6x Mont Ventoux op één dag

Ik wist dat er een club bestond waar je lid van kunt worden door 3x, 4x of 6x de Mont Ventoux op één dag te beklimmen. Na wat onderzoek kwam ik erachter dat drie keer de top halen al door 16.000 mensen gelukt was. Zes keer slechts door 350 mensen. Je kunt al raden van welke groep ik dus graag lid wilde worden. Dit betekende dat ik elke kant van de Ventoux twee meer moest bedwingen binnen 24 uur. Op de top en in de dorpen aan de voet haal je vervolgens stempels als bewijs. Om dit bizarre idee nog meer waarde mee te geven ontworpen Wesley en ik samen een custom fietsshirt met bijpassende fietsbroek. In deze fietskleding ging ik van start vol goede moed.

In het donker van start

Om 4:45 vertrok ik van de camping in Bedoin voor mijn eerste beklimming. In het pikdonker reed ik achter mijn voorlicht aan. Ik zocht een goed ritme en klom redelijk vlot door het bos. Eenmaal bij het maanlandschap aangekomen zag ik de zon opkomen. Heel lang kon ik er niet van genieten, een paar bochten later werd ik achterna gezeten door de wolfjagende herdershonden die huishouden op de Ventoux. Na een flinke sprint kon ik ze ontwijken en was ik voor het eerst boven op de Kale Reus. Door naar Malaucène.

Over het algemeen wordt Bedoin als de zwaarste beklimming gezien, maar die van Malaucène krijgt die titel van mij. Een strook van twee kilometer lang gemiddeld 12% die je na een uur klimmen lang voorgeschoteld krijgt was een bittere pil. De hele klim kon ik gelukkig samen rijden met een andere fietser die de steile stukken voor zijn rekening nam en ik de stukken onder de 10%. Nummer twee in de boeken. Na een pitstop in Sault kon ik aan de derde klim beginnen. Sault is een makkie als je die andere twee al in de benen hebt zitten, dus na een soepele beklimming kon ik nummer drie afstempelen. Dat deed ik na iedere beklimming in de vertrekdorpen bij de bakker, het toeristenbureau of een restaurant. Ik was halverwege en hier werd ik overmoedig.

Afzien vanaf de helft

De eerste drie keer viel me nog alles mee dus na een wat langere pauze had ik veel vertrouwen in een goede afloop. Dat sloeg om bij poging vier, Bedoin. Het was bloedheet in het dal, om vervolgens een paar kilometer lang door een stortbui te fietsen. Drijfnat kwam ik boven, waar het de hele dag slechts 5 graden was met een flinke wind. Onderkoeld kwam ik aan in Sault, waar ik na een kopje thee weer voor de vijfde keer naar de top van de Ventoux vertrok. Ik had gehoopt hier nogmaals te kunnen herstellen, maar zelfs de klim van Sault was zwaar en spaarde mijn benen niet.

Eenmaal boven kreeg ik mijn mooiste uitzicht van de dag te zien, een stralende zonsondergang betekende daarmee ook het einde van het daglicht. In het pikdonker kwam ik aan in Malaucène, waar ik weer bibberend van de kou mijn laatste stempel haalde. Ik heb zelfs nog kort gedacht om een theedoek te stelen van het restaurant om die onder mijn shirt te doen, maar gelukkig stapte ik op tijd uit deze survivalmodus. Tijd voor beklimming zes. Ik voelde mij net zo’n diepzeevis die in het donkerste donker zijn lampje achtervolgt. Als ik die steile strook overleef, dan ga ik het halen. Blijven trappen, niet nadenken. Uiteindelijk behaalde ik de top op 22:54, dertig minuten later en voor de zesde keer tot op het bot afgekoeld parkeerde ik mijn fiets op de camping.

Wie de Mont Ventoux drie keer beklimt krijgt de titel Cinglé (betekent malloot, mafkees, gestoorde etc. in het Frans). Doe je dit zes keer, dan mag je jezelf een Bicinglé noemen. Ik ga vanaf nu dus als dubbele malloot door het leven en wens ook zo aangesproken te worden. “Dit nooit meer” zei ik tegen mezelf, maar ondertussen heb ik wel evenveel genoten als afgezien. Op naar het volgende avontuur!

Het routeboekje zag er als volgt uit: Bedoin -> Malaucene -> Sault -> Bedoin -> Sault -> Malaucene. Van 4.45 tot 23.30 van huis, waarvan 13 uur en 31 min op de fiets. 277 km, 8773 hoogtemeters.